RTV Stichtse Vecht

Recreatieorganisatie niet aansprakelijk voor verdrinking Anouar

Recreatie Midden-Nederland is niet aansprakelijk voor de verdrinking van de 14-jarige Anouar in 2015 in de Maarsseveense Plassen. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist in een civiele aansprakelijkheidsprocedure die werd aangespannen door de ouders van de jongen.

Anouar was op zondag 23 augustus samen met twee vriendjes aan het zwemmen bij het betaalde deel van de Maarsseveense Plassen. Anouar had geen zwemdiploma en stond aan de zijkant van het speeleiland in het ondiepe deel van het water. Zijn twee vriendjes hadden wel een zwemdiploma en gingen aan de diepe kant van het speeleiland het water in. Toen zij terugkwamen zagen ze Anouar niet meer en maakten melding bij de lifeguard. Die vertelde ze zelf te gaan zoeken. Enkele uren later liepen ze samen met een vrouw naar een andere lifeguard voor een tweede melding. Niet veel later zijn de hulpdiensten ingeschakeld die een zoekactie zijn gestart. Die werd om 22.00 uur gestaakt toen het donker werd. De volgende dag ging de politie verder met de zoekactie. Rond 14.30 is door het Team Zoeken Onderwater van de Landelijke Eenheid het lichaam van de jongen op een diepte van ruim 2,5 meter gevonden.


Tragisch verlies
Los van de juridische beoordeling wil de rechtbank benadrukken dat zij het bewonderenswaardig vindt hoe krachtig de moeder namens de familie heeft verwoord hoe geliefd en bijzonder Anouar was, en hoe tragisch het was dat zijn lichaam pas een dag later werd gevonden.


Onveilige situatie
De ouders vinden dat Recreatie Midden-Nederland aansprakelijk is omdat er sprake is van een onveilige situatie van het strandbad en de lifeguards verkeerd gehandeld hebben. De bebording zou niet kloppen en er zou geen afzetting zijn. Daarnaast zouden de lifeguards onvoldoende toezicht hebben gehouden en niet goed gereageerd hebben op de (eerste) melding van de jongens.

Niet aansprakelijk
Er is bebording op het land en belijning in het water. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een onveilige situatie of dat de organisatie anders of beter had moeten waarschuwen. De eerste lifeguard heeft het vermissingsprotocol gehanteerd en niet het verdrinkingsprotocol. Dit had wel moeten gebeuren, maar is afhankelijk van de inschatting van de lifeguard op basis van het meldingsgesprek. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van zodanig onzorgvuldig handelen dat de organisatie aansprakelijk is.