RTV Stichtse Vecht

Lokale omroepen vragen nieuw kabinet extra geld

Een nieuw kabinet moet met meer geld over de brug komen voor de lokale omroepen. Dat is de boodschap die 260 lokale publieke omroeporganisaties gaan overbrengen aan leden van de Tweede Kamer. 30 miljoen euro extra investering is er nodig om aan de wettelijke taak te voldoen.

De sterke motivatie voor een levensvatbare lokale omroep vertaalt zich niet automatisch in voldoende middelen om hem in te richten. Meer financiële armslag is dringend noodzakelijk. Zo’n driekwart van alle lokale publieke omroepen ontvangt op dit moment minder dan 25.000 euro per jaar. Ter vergelijking: één dag regionale televisie kost gemiddeld ongeveer 29.000 euro. De stichting NLPO, die de belangen van de Nederlandse Lokale Publieke Omroepen behartigt, roept de overheid daarom op om tenminste 30 miljoen euro per jaar extra beschikbaar te stellen.

NLPO directeur Marc Visch: “Met de huidige vergoeding kunnen de meeste lokale omroepen niet eens de vaste lasten als huisvesting, auteursrechten en minimale apparatuur betalen. Terwijl we met zijn allen qua techniek en kwaliteit steeds meer van de lokale omroep zijn gaan vragen. Gemeenten voeren bijvoorbeeld meer en meer taken uit die de levenssfeer van inwoners rechtstreeks raken. Daarmee wordt de controlerende en agenderende functie van de lokale publieke omroepen alleen maar belangrijker.”

De oproep van de lokale omroepen staat niet op zichzelf. Publieke en commerciële regionale media verdwijnen of concentreren zich noodgedwongen op nieuws uit de stedelijke regio’s. Hyperlokale en burgerinitiatieven missen een journalistieke basisinfrastructuur voor onderscheiden meningen in het kader van hoor en wederhoor. Lokale omroepen daarentegen bieden een betrouwbaar en professioneel netwerk voor burgerjournalistiek avant la lettre. Er werken zo’n 500 professionele journalisten, redacteuren en technisch personeel en meer dan 20.000 intern opgeleide vrijwilligers iedere dag weer aan een onafhankelijke en kritische nieuwsvoorziening over bestuurlijke en maatschappelijke onderwerpen — ook wanneer deze niet langer in het middelpunt van de belangstelling staan. Ze volgen de politieke agenda en attenderen burgers op vraagstukken die van lokaal belang zijn.