Gemeente krijgt tik op de vingers van de provincie maar geeft geen krimp

Het college van B&W heeft over de taakstelling van de huisvesting van statushouders een flinke tik op de vingers van de provincie gehad. Ondanks de flinke achterstanden geeft de gemeente geen krimp en houdt het vast aan het vastgestelde beleid. (Foto ter illustratie)

In oktober heeft het college van B&W een brief van de provincie Utrecht ontvangen waarin het wordt geïnformeerd over de achterstanden die Stichtse Vecht heeft als het gaat om huisvesting van statushouders: ‘Wij constateren dat uw gemeente de taakstelling over de eerste helft van 2023 niet heeft gerealiseerd. Ook heeft uw gemeente de totaalopgave niet gehaald.’ Stichtse Vecht heeft over de eerste helft van 2023 slechts 59 % van de taakstelling gerealiseerd. Qua totaalopgave kwam de gemeente niet verder dan 49 %. De provincie houdt de gemeente op trede 2 van de interventieladder wat betekent dat de provincie de gemeente actief in de gaten blijft houden. In het najaar zal er een ambtelijk toezichtgesprek volgen. 

De gemeente Stichtse Vecht is echter helder en houdt daarbij vast aan eerder opgesteld beleid. Het hoopt daarnaast - met al haar plannen rondom nieuwbouwprojecten in Stichtse Vecht - in de toekomst de achterstanden in te kunnen halen: ‘Woningen zijn schaars en moeten eerlijk verdeeld worden. Onze lijn daarin blijft onveranderd: 30% van de vrijkomende huurwoningen is voor bijzondere doelgroepen waaronder statushouders. 70% is voor reguliere woningzoekenden. Zo maken reguliere woningzoekenden ook nog enige kans op een woning. De oplossing is meer huizen te bouwen en kantoren te transformeren. Daar werken we hard aan, met als grootste project Ruimtekwartier in Maarssenbroek, waar in een periode van 10 jaar 2.500 woningen beschikbaar komen. Voor een deel ombouw van oude kantoren en voor een deel nieuwbouw.’

Naar verwachting neemt de provincie geen genoegen met het antwoord. In haar brief geeft ze daarover al een tipje van de sluier weg: ‘Het komende halfjaar is de individuele opgave voor uw gemeente met 150 vergunninghouders weer groot. Ook vanwege de stapeling van opvang- en huisvestingsopgaven wordt er wellicht meer dan ooit van u gevraagd op het gebied van de huisvesting van vergunninghouders. Wij vragen u om u samen met de corporaties en andere ketelpartners in te zetten om vergunninghouders te blijven huisvesten.’